

n
Kan ik de acculader in een
machinekamer of motor
compartiment installeren?
Een Mastervolt acculader kan zonder
problemen in de machinekamer
gemonteerd worden. Ook bij hoge
temperaturen leveren Mastervolt
acculaders nog steeds de maximale
laadstroom en worden de accu’s
snel en veilig geladen. Mocht de
omgevingstemperatuur extreem
hoog worden, dan reduceert een
Mastervolt acculader automatisch de
uitgangsstroom.
n
Kan ik accu’s gescheiden
laden?
Een aantal modellen zijn voorzien
van drie uitgangen, waarmee u
drie verschillende accubanken
onafhankelijk van elkaar kunt
laden. De meeste Mastervolt
acculaders hebben een extra
uitgang voor de startaccu. Met deze
uitgang kunt u de startaccu van
een onderhoudslading voorzien.
Uiteraard is het ook mogelijk om
meerdere accubanken te laden
via een laadstroomverdeler, ook
wel diodesplitter genoemd. Het
spanningsverlies dat ontstaat
wordt gecompenseerd door een
instelling in de acculader of door het
aansluiten van de accusensedraden.
n
Kan de acculader op dezelfde
laadstroomverdeler worden
aangesloten als de dynamo?
Het kan wel, maar het is beter en
overzichtelijker om twee aparte
laadstroomverdelers toe te passen.
Mocht dit om één of andere reden
niet kunnen, dan kan alsnog gekozen
worden om de laadstroomverdeler
te combineren. Zorg er dan wel
voor dat de BI of Battery Mate
laadstroomverdeler zwaar genoeg
is voor de totaalstroom van de
acculader en dynamo samen.
n
Welke diameter moeten de
kabels tussen acculader en accu
hebben?
Voor het berekenen van de benodigde
kabeldiameter kan onderstaande vuist
regel gebruikt worden: voor elke 3 Ampè-
re is 1 mm
2
kabeldikte nodig. Voorbeeld:
bij een acculader van 50 Ampère is dan
een kabel nodig van 50:3 = 16,6 mm
2
. De
dichtstbijzijnde standaard kabeldiameter
is 16 mm
2
. Overigens geldt dit voor een
maximum kabelafstand van drie meter
tussen de acculader en de accu. Mocht de
afstand groter zijn, dan is een kabel met
een grotere diameter nodig
.
n
Wat is de maximale afstand
tussen acculader en accu’s?
Over het algemeen is 3 meter kabellengte
het maximum, mits u bovenstaande be-
rekening voor de kabeldiameter hanteert.
Een kabellengte tot 6 meter is ook moge-
lijk, maar dan moet u dikkere kabels ge-
bruiken. In het eerder gegeven voorbeeld
zijn dan 25 mm
2
kabels noodzakelijk.
n
Kan ik een acculader parallel
aan de dynamo schakelen?
Het is mogelijk om een acculader parallel
te schakelen met een dynamo van
bijvoorbeeld de voortstuwingsmotor.
ACCULADERS
Voorbeeld:
Een lege accu van 200 Ah, een
acculader van 50 Ampère en een
stroomverbruik van 10 Ampère. De
laadtijd is dan ongeveer 200/(50-10)
= 5 uur + 4 uur naladen; dus in totaal
9 uur. Indien de accu’s maar voor 50
% ontladen zijn bedraagt de laadtijd
100/(50-10) = 2,5 + 4 uur; dus in totaal
6,5 uur. Bij Gel en AGM accu’s is de
nalaadtijd korter, ongeveer 2 tot 3
uur. Dit type accu is dus sneller vol in
vergelijking met conventionele accu’s
(zie ook ‘Het laden van accu’s’).
Deze situatie komt voor als de motor
loopt en er gelijktijdig een 230 Volt
generator gestart wordt.
n
Hoelang duurt het voordat mijn
accu’s weer geladen zijn?
De laadtijd van een accu is sterk
afhankelijk van de verhouding tussen
accu en acculader. Ook het type accu en
het stroomverbruik van de eventueel
aangesloten verbruikers bepalen hoe
lang het duurt voordat een lege accu
weer geheel geladen is.
Een vuistregel voor loodzuur accu’s is
dat u de accucapaciteit deelt door het
maximaal laadvermogen en hierbij
vier uur optelt. Deze vier uur zijn nodig
voor het zogenaamde ‘naladen’, waarbij
de accu bepaalt hoeveel stroom er
nog opgenomen moet worden en de
accucapaciteit toeneemt van ± 80 % tot
100 %.
Uiteraard is bij deze vuistregel niet het
stroomverbruik van de aangesloten
apparatuur meegenomen. Indien er
aangesloten belastingen zijn, bijvoorbeeld
een koelkast en verlichting, moet het
stroomverbruik van deze belastingen van
het beschikbare laadvermogen worden
afgetrokken.
219